Vrachtwagenchauffeur is zelfstandige en moet daarom zelf schade aan auto van opdrachtgever betalen
woensdag 15 januari

Een transportbedrijf (een vennootschap onder firma) voert met zeven vrachtwagens transportopdrachten uit voor voornamelijk één grote cliënt (een distributiebedrijf). Het bedrijf heeft daarvoor vier werknemers in dienst. Daarnaast worden zzp’-ers ingehuurd als chauffeur en voert één van de vennoten zelf ritten uit.
Een chauffeur heeft gedurende drie weken in februari en maart 2024 ritten voor het transportbedrijf uitgevoerd. Daarbij is de chauffeur op 27 februari 2024 en op 14 maart 2024 met de vrachtwagen in België in een greppel terechtgekomen. Beide keren moest de vrachtwagen uit de greppel worden getakeld. De eerste keer moest een buitenspiegel worden vervangen. De tweede keer moest de vrachtwagen worden opgehaald door een dieplader, omdat de koppeling moest worden vervangen. Het transportbedrijf stelt ook dat er schade is aan de buitenzijde van de vrachtwagen.
Bij het eerste incident heeft het transportbedrijf een factuur ontvangen voor de kosten van het optakelen van de vrachtwagen. Ook de buitenspiegel is daarbij door het transportbedrijf vervangen. De tweede keer zijn de kosten van het optakelen door de chauffeur ter plaatse voldaan, die daarbij de factuur op naam heeft laten zetten van zijn eenmanszaak. De chauffeur heeft voor zijn werkzaamheden een factuur aan het transportbedrijf verzonden van € 25 per uur + BTW. Het transportbedrijf brengt daarop de betaalde kosten in mindering. Ook de kosten van een verkeersboete in België worden in mindering gebracht.
De chauffeur is het daarmee niet eens. Hij vordert bij de kantonrechter dat het in mindering gebrachte bedrag alsnog aan hem wordt betaald en vordert tevens dat het transportbedrijf de kosten van het optakelen voldoet, die hij bij het tweede incident zelf heeft betaald. De chauffeur stelt daartoe dat hij werkzaam was op grond van een arbeidsovereenkomst en dat de kosten daarom voor rekening van het transportbedrijf komen, omdat er geen sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid.
De kantonrechter moet daarom bepalen of al dan niet sprake was van een arbeidsovereenkomst. Het beroep dat de chauffeur daarbij doet op het rechtsvermoeden betreffende de aard van de arbeidsverhouding wordt door de kantonrechter van de hand gewezen, omdat daarvoor vereist is dat eerst drie maanden is gewerkt. De kantonrechter is van mening dat van een arbeidsovereenkomst geen sprake is. Volgens de regels van de jurisprudentie van de Hoge Raad stelt de kantonrechter daartoe eerst vast welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen, waarbij de bedoeling van partijen en de maatschappelijke positie van partijen een rol kan spelen, om daarna aan de hand van de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst, zonder daarbij een rol toe te kennen aan de bedoeling van partijen.
Als het gaat om de vaststelling van de rechten en verplichtingen die partijen zijn overeengekomen, stelt de kantonrechter eerst vast dat van een schriftelijke overeenkomst geen sprake was. De vergoeding per uur van € 25 is de helft van het bedrag dat het transportbedrijf bij zijn opdrachtgever in rekening kan brengen en € 9 meer dan de werknemers ontvingen. De chauffeur zond voor dat bedrag een factuur aan het transportbedrijf. Dat wijst volgens de kantonrechter niet op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. De chauffeur werd per keer dat hij werkte steeds enkele dagen tevoren door het transportbedrijf gevraagd of hij een rit kon rijden. Hij kon zich daarbij laten vervangen en heeft dat ook feitelijk gedaan. Dat wijst volgens de kantonrechter ook niet op een arbeidsovereenkomst. De chauffeur beklaagde zich erover dat hij door het transportbedrijf niet was ingewerkt (hij was voorheen koerier) en dat hij daarvoor zelf iemand had moeten vragen om dat te doen. Dat laatste wijst volgens de kantonrechter ook al niet op een arbeidsovereenkomst. Ook de betaling van de takelkosten bij het tweede incident door de chauffeur zelf en het op naam van zijn eenmanszaak laten zetten van de factuur wijzen volgens de kantonrechter niet op een arbeidsovereenkomst.
Al met al is de kantonrechter van mening dat sprake is van een overeenkomst van opdracht en niet van een arbeidsovereenkomst. Volgens de kantonrechter moet de chauffeur daarom het grootste deel van de schadeposten zelf betalen. Over een ander deel wordt nog verder geprocedeerd, omdat daarvoor nog nadere bewijsvoering noodzakelijk is.

Bron: https://www.vanzijl-advocaten.nl/artikelen/arbeidsrecht-actueel/vrachtwagenchauffeur-is-zelfstandige-en-moet-daarom-zelf-schade-aan-auto-van-opdrachtgever-betalen

meer nieuws

Recht op vakantietoeslag over bonus

Een bedrijf dat adviseert over zonnepanelen en dat zonnepanelen ontwerpt, verkoopt en installeert heeft zijn activiteiten verdeeld over twee B.V.’s. Eén B.V. verkoopt de zonnepanelen en de andere installeert ze. Bij het bedrijf dat de zonnepanelen...

Lees meer