Een medewerker van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid was tot 1 juni 1989 werkzaam geweest in de binnendienst en daarna in de buitendienst. Voor de kosten die hij maakte tijdens de uitoefening van de functie in de buitendienst had hij recht op een onkostenvergoeding van f. 13 per gewerkte dag. De onkostenvergoeding werd maandelijks gedeclareerd zonder dat de buitendienstmedewerker daarvoor bonnetjes hoefde te overleggen. De onkostendeclaraties werden door de leidinggevende van de buitendienstmedewerker goedgekeurd.
In 2002 werd het Sociaal Fonds Bouwnijverheid met vijf andere uitvoeringsinstellingen samengevoegd tot het UWV. Bij die fusie is in een sociaal plan afgesproken dat de bestaande onkostenvergoedingsregelingen nog vijf jaar zouden blijven bestaan en dat medewerkers konden kiezen tussen een overstap naar de onkostenvergoedingsregeling van het UWV per 1 januari 2002 of per 1 januari 2007. De onkostenvergoedingsregeling van het UWV geeft alleen recht op een vergoeding als een werknemer daadwerkelijk in de buitendienst heeft gewerkt, dus bijvoorbeeld niet bij werken op het kantoor van het UWV, bij vakantie of bij ziekte. De vergoeding is verder lager als maar een halve dag in de buitendienst wordt gewerkt.
De buitendienstmedewerker blijft ook na 2007 de daggeldvergoeding declareren, ook als hij thuis werkt of bij het UWV, maar niet op dagen waarop hij ziek is of met vakantie. Opeenvolgende leidinggevenden hebben de onkostendeclaraties steeds goedgekeurd.
In 2016 schrijft een HR-directeur van het UWV naar aanleiding van vragen van de ondernemingsraad dat alleen een buiten het kantoor van het UWV gewerkte dag als een gewerkte dag in de buitendienst kan worden gezien.
In april 2020 bericht het UWV zijn managers dat de regeling voor de daggeldvergoeding met ingang van 1 juni 2020 strikt dient te worden toegepast, derhalve alleen voor een dag waarop een buitendienstmedewerker daadwerkelijk onderweg is en niet voor dagen waarop hij thuiswerkt of op het kantoor van het UWV.
Als het UWV de buitendienstmedewerker bij brief van 15 januari 2021 bericht dat het UWV de daggeldvergoeding volgens de bestaande regels zal toepassen, stelt FNV namens de buitendienstmedewerker dat sprake is van een verworven recht en dat het UWV niet bevoegd is om de regeling eenzijdig te wijzigen. Als overleg tussen het UWV en vakbonden niet leidt tot een minnelijke regeling bericht het UWV in december 2021 dat vanaf 1 januari 2022 de daggeldvergoeding alleen nog maar gedeclareerd kan worden conform de regels. De buitendienstmedewerker krijgt daarbij een compensatiebedrag van ruim € 3.800 uitgekeerd.
De buitendienstmedewerker vordert daarop bij de kantonrechter, en als die zijn vordering afwijst in hoger beroep bij het gerechtshof, dat het UWV vanaf 1 januari 2021 een vaste daggeldvergoeding van € 6,87 per gewerkte dag betaalt.
Het gerechtshof oordeelt dat het gaat om een forfaitaire vergoeding van onkosten die medewerkers in de binnendienst niet of in mindere mate hebben. Als sprake zou zijn geweest van een vaste onkostenvergoeding, zou de buitendienstmedewerker de onkostenvergoeding niet hebben hoeven declareren. Het gerechtshof acht niet doorslaggevend dat leidinggevenden jarenlang onkostendeclaraties van diverse buitendienstmedewerkers hebben goedgekeurd waarbij voor alle gewerkte dagen de daggeldvergoeding werd gedeclareerd, omdat dat nog niet betekent dat de onkostenregeling daarmee op juiste wijze is uitgelegd.
Van een verworven recht is volgens het gerechtshof geen sprake. De onkostenregeling is jarenlang verkeerd toegepast, maar het UWV heeft meerdere malen gecommuniceerd dat de regeling anders zou moeten worden toegepast. De buitendienstmedewerker stelt dat hij financieel nadeel lijdt als de regeling anders wordt toegepast, maar in feite wordt alleen een einde gemaakt aan een ten onrechte genoten voordeel. Verder vindt het gerechtshof van belang dat het UWV gehouden is om alle medewerkers gelijk te belonen en dat het UWV moet voldoen aan de verplichtingen van de Wet op de Loonbelasting.
De vorderingen van de buitendienstmedewerker worden daarom afgewezen.
Recht op vakantietoeslag over bonus
Een bedrijf dat adviseert over zonnepanelen en dat zonnepanelen ontwerpt, verkoopt en installeert heeft zijn activiteiten verdeeld over twee B.V.’s. Eén B.V. verkoopt de zonnepanelen en de andere installeert ze. Bij het bedrijf dat de zonnepanelen...